129. O Allah, Heer van de zeven hemelen. Heer van de omvangrijke Troon ('Arsh). Wees een steun voor mij tegen die en die persoon en zijn helpers uit Uw schepsels. Laat geen van hen mij onderdrukken of onrecht tegen mij plegen. Machtig is Uw beschermheerschap en glorieus zijn Uw lofspraken en er is geen god naast U. [1] .
"Allaahoemma rabba ssamaawaatie assab'ie, wa rabba al-'arshie al-adhiem, koen liee djaaran mien foelaanie bnie foelaanien, wa ah'zaabiehie mien khalaa-ieqieka, an yafroetha 'alayya ah'adoen mienhoem aw yathghaa, 'azza djaaroek, wa djalla thanaa-oek, wa laa ielaaha iellaa ant".
130. Allah is de Grootste, Machtiger dan al Zijn schepsels. Machtiger dan waar we bang voor zijn en waakzaam voor zijn. Ik zoek toevlucht bij Allah, Die geen god naast Zich heeft. Degene Die de zeven hemelen opheft zodat zij niet neervallen op de aarde, behalve met Zijn toestemming. Tegen het kwaad van Uw dienaar (naam van de persoon) en zijn helpers, zijn volgelingen en zijn helpers van de djinn's en de mensheid. O Allah, wees een steun voor mij tegen hun kwaad, Glorieus zijn Uw lofspraken en machtig is Uw beschermheerschap. Gezegend is Uw naam. Er is geen god dan U. (Reciteer dit drie keer in het Arabisch). [2] .