113. Ik zoek toevlucht bij de perfecte woorden van Allah, tegen Zijn kwaadheid en Zijn bestraffing en tegen de slechtheden van Zijn dienaren en tegen de influisteringen van de duivels en hun aanwezigheid.
"A'oedhoe biekaliemaatie Allaahie attaamaatie mien ghadabiehie wa 'ieqaabiehie, wa sharrie 'iebaadieh, wa mien hamazaatie asshayaatien wa an yah'dhoroen".
Aboe Daawoed 4/12. Zie ook Sah’ih’ At-Tirmidhie 3/171.