Toen cOmar neergestoken werd kwam cAbdullah ibnoe cAbbaas naar hem toe en zei: “O leider der gelovigen, u geloofde toen iedereen (de Profeet –vrede zij met hem) verwierp. U streed zij aan zij met de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) toen iedereen hem in de steek liet en u sterft nu als martelaar. Toen de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) stierf was hij tevreden over u.” Hierop zei cOmar: “Herhaal datgene wat je hebt gezegd nog eens.” Waarna hij dit deed. cOmar zei toen: “De verwaande is hij die jullie misleidde. Bij Allah, als ik de hele wereld bezat, dan ben ik nu bereid om mezelf daarmee vrij te kopen van datgene wat eraan gaat komen.” cAbdullah ibnoe cOmar zei: “Het hoofd van (mijn vader) cOmar lag in mijn schoot toen hij aan het sterven was. Hierop zei hij tegen mij: ,,Plaats mijn hoofd op de grond.” Ik zei toen: “Wat maakt het nu uit of uw hoofd nu in mijn schoot of op de grond ligt.” Waarna hij riep: “Doe wat ik je opdraag en leg mijn hoofd op de grond.” cAbdullah ibnoe cOmar zei: “Toen plaatste ik zijn hoofd op de grond.” cOmar zei toen: “O wee mij en mijn moeder, als mijn Heer, Allah de Verhevene, mij niet genadig is.”