Er was eens een jongeman die hard werkte en spaarde om te trouwen. Elke dag verdiende hij tien euro, maar zodra hij naar huis terugkeerde, stak hij zijn hard verdiende euro’s in brand.
Wellicht zal dit velen van ons doen verbazen, maar toch doen jij en ik elke dag hetzelfde. Zo verrichten wij het gebed, het vasten en overige daden van aanbidding, maar desondanks slagen wij er niet in onze tongen in bedwang te houden en maken wij ons schuldig aan roddel en achterklap. Hierdoor worden onze goede daden van ons saldo afgeschreven en overgemaakt op de rekening van degenen die wij hebben gelasterd.
De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “En het enige wat de mensen met hun gezichten in het Vuur doet werpen zijn de verdiensten van hun tongen.” (at-Tirmidhi)
Verder zei de Profeet (vrede zij met hem): “Hij die mij garandeert dat hij zijn mond en zijn geslachtsdeel in bedwang houdt, garandeer ik het Paradijs.”
(al-Boechari)
Zelfs voor een wenk met slechte bedoelingen worden wij door Allah afgerekend, laat staan kwaadsprekerij. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Wee iedere lastermond en eenieder die wenkt.” (Soerat al-Hoemazah: 1)
Ook zei de Profeet (vrede zij met hem): “Een lastermond zal het Paradijs niet binnentreden.” (al-Boechari)
Mijn beste broeder en zuster, mijn tong en de jouwe doen ons afstevenen op het Hellevuur, terwijl wij juist onze best zouden moeten doen om onze tongen zodanig te gebruiken dat wij het Paradijs zullen binnentreden. De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Waarlijk, de dienaar kan onopgemerkt een woord naar Allah’s Welbehagen uitspreken waardoor Allah hem in rang doet stijgen. En de dienaar kan onopgemerkt een woord naar Allah’s Woede uitspreken waardoor hij in het Vuur zakt.” (al-Boechari)
Mijn beste broeder en zuster, waarom staan wij niet stil bij dit gevaarlijke orgaan dat ons rood doet staan op de bank van goede daden. Dit omdat wij deze tongen onbeperkte volmacht hebben verleend over onze rekening. Laten wij deze onbeperkte volmacht verruilen voor een specifieke volmacht die slechts recht geeft op goedspreken of stilzwijgen.