DimaDima.nl - De ware godsdienst voor ALLAH is de Islam
» Artikel :Waarzeggerij en helderziendheid
»
» Titel : Waarzeggerij en helderziendheid
» Volgnr: 016
Waarzeggerij en helderziendheid
Betekenis van een Kaahin (waarzegger):iemand die de toekomst voorspelt door de hulp van djinns en shayaatien.
Betekenis van een cArraaf (helderziende): iemand die beweert kennis te hebben over zaken die zich hebben voorgedaan. Zo beweert deze persoon, aan de hand van geheimzinnige wijzen, te weten wat bijvoorbeeld de plaats van een gestolen of vermiste voorwerp is.
Het beweren kennis te hebben over het ongeziene
Dit is Koefr, omdat dit de volgende uitspraak van Allah in de Koran loochent (interpretatie van de betekenis):
“Zeg: ,,Niemand kent het ongeziene in de hemelen en op de aarde, behalve Allah.” (Soerat an-Naml: 65)
Verschillende categorieën van degenen die uitspraken doen over het ongeziene
Wie uitspraken doet over het ongeziene d.m.v. de djinns Deze persoon noemt men een Kaahin.
Wie uitspraken doet over het ongeziene d.m.v het trekken van lijnen op de grond
Deze persoon noemt men een Rammaal.
Wie uitspraken doet over het ongeziene d.m.v. het raadplegen van de sterren
Deze persoon noemt men een Moenajjim.
Wie uitspraken doet over gestolen of vermiste voorwerpen d.m.v geheimzinnige wijzen
Deze persoon noemt men een cArraaf.
Het oordeel over degene die waarzeggers, helderzienden en tovenaars bezoekt
Het oordeel over degenen die waarzeggers, helderzienden en tovenaars bezoeken is onder te verdelen in twee categorieën:
1.Wie naar hen toe gaat en hen vraagt zonder in hen te geloven.
Dit is haraam, behoort tot de grote zonden en het gebed van degene die dit doet wordt voor veertig dagen niet geaccepteerd. Het bewijs hiervoor is de uitspraak van de Profeet (vrede zij met hem): “Wie naar een helderziende gaat en hem om iets vraagt: het gebed wordt van hem voor veertig dagen niet geaccepteerd.” (Moeslim)
Dit houdt in dat het gebed van deze persoon niet beloond wordt voor een periode van veertig dagen. Het gebed dient echter wel verricht te worden in deze periode.
2.Wie naar hen toe gaat, hen vraagt en in hen gelooft.
Deze persoon gelooft niet in datgene wat geopenbaard is aan Mohammed (vrede zij met hem). Het bewijs hiervoor is de volgende uitspraak van de Profeet (vrede zij met hem): “Wie naar een helderziende of waarzegger gaat en vervolgens gelooft in datgene wat hij zegt: hij gelooft waarlijk niet in datgene wat aan Mohammed is geopenbaard.” (Ibn maadjah, Aboe Daawoe, at-Tirmidhi, an-Nasaa’i en al-Haakim)