49. Pharao zeide tot hen: "Gelooft gij in hem voordat ik u toestemming geef? Hij is zeker uw leider die u tovenarij heeft onderwezen. Maar gij zult het weldra te weten komen. Ik zal zeker uw handen en uw voeten van links en rechts afhakken, en u allen doen kruisigen."
50. Zij antwoordden: "Dat geeft niet; wij zullen voorzeker tot onze Heer terugkeren.
51. Wij hopen dat onze Heer ons onze zonden zal vergeven, want wij zijn de eersten der gelovigen."
52. En Wij openbaarden aan Mozes, zeggende: "Neemt Mijn dienaren mede in de nacht, want gij zult worden achtervolgd."
53. En Pharao zond herauten naar de steden, zeggende,
227. Behalve zij die geloven en goede werken doen, en Allah vaak gedenken, en zich verdedigen nadat hun onrecht is aangedaan, maar de onrechtvaardigen zullen weldra weten welke wending hun zaken zullen nemen.