239. Elke keer als hij een (kiezel)steen naar de drie pilaren gooide, zei hij: "Allahoe Akbar". En hij liep verder en stopte en richtte zich naar de Qiblah en hield zijn handen in de lucht en smeekte Allah bij de eerste en de tweede pilaar. Wat betreft de derde (grootste) pilaar (djamrat Al-'aqabah): hij gooide de stenen ernaar en riep "Allaahoe Akbar" bij ieder (kiezel)steen die hij gooide. Hij ging daarna weg zonder ervoor te staan of ervoor te stoppen. [2].