Bij het horen van de oproep tot het gebed

Bij het horen van de oproep tot het gebed


  Herhaal wat de Moe-addien (gebedsoproeper) zegt, behalve wanneer hij zegt:

 

"Νσάνψσ Ϊσασάμ ΗαΥψσαΗσΙ (Γσζϊ) Νσάνψσ Ϊσαάμ ΗαϊέσάαΗσΝϊ."



    22. H'ayya 'ala ssalaah: haast u tot het gebed en h'ayya 'ala lfalaah': haast u tot de voorspoed. Hier moet u zeggen: Er is geen kracht noch macht behalve bij Allah. [1].

  "αΗσ Νσάζϊασ ζσαΗσ ήυάζψσΙσ ΕφαΗσψ ΘφΗααεσ."

  "Laa h'awla walaa qoewwata iella biellaah".



    23. Ik getuig dat er geen God is dan Allah, de Enige, Hij heeft geen deelgenoot en dat Mohammed Zijn dienaar en Zijn boodschapper is. Ik ben tevreden met Allah als Heer, met Mohammed als boodschapper en met de Islam als (mijn) religie. [2] (Dit behoort in het Arabisch gereciteerd te worden na tashahhoed van de Moe-addien of de geloofsgetuigenis.) [3].

 

ζσΓσδσΗ ΓσΤϊεσΟυ Γσδϊ αΗσ Εφασεσ ΕφαΗσψ Ηααευ ζσΝϊΟσευ αΗσ ΤσΡφνίσ ασε ‘ ζσΓσδψσ γυΝσγψάΟΗπ ΪσΘϊάΟυευ ζσΡσΣυάζαυε ‘ ΡσΦφνάΚυ ΘφΗααεφ ΡσΘψσΗπ ‘ ζσΘφγυΝσγψσΟς ΡσΣάυζαΗπ ζσΘφΗαΕφΣϊαΗσγφ ΟφνδσάΗπ."


  "Wa ana ash-hadoe an laa ielaha illaa llaahoe wah'dahoe laa sharieka lahoe wa anna Moeh'ammadan 'abdoehoe wa rasoeloehoe radietoe biellaahie rabban, wa bie Moeh'ammadan rasoelan wa bie l-ieslaamie dienan".



    24. Na antwoorden op de oproep van de Moe-addien, moet u in het Arabisch Allah's zegeningen over de Profeet zeggen. [4].


    25. O Allah, breng deze oproep tot zijn voltooiing en verzeker de positie van het gebed en schenk Mohammed Uw gunst en aanzien, en geef hem de geλerde rang die U hem heeft beloofd, (Voorwaar, U verbreekt geen beloftes). [5].

 

"Ηααψσευάγψσ ΡσΘψσ εσΠφεφ ΗαΟψΪϊάζσΙφ ΗαΚψάΗγψσΙφ ζσΗαΥψσαΗσΙφ ΗαήσάΗΖφγσΙ ΒΚφ γυΝσάγψσΟΗπ ΗαζσΣφνάασΙσ ζσΗαϊέσΦφάνασΙ ζσΗΘϊΪσάΛϊευ γσήάσΗγάΗπ γσΝϊάγυζΟΗπ ΗαψσΠφν ζσΪσάΟϊΚσε Εφδψσάίσ αΗσ ΚυάΞϊαφέυ ΗαγφνάΪσΗΟϊ."


  "Allaahoemma rabba haadhiehie adda'watie attaamah, wassalaatie lqaa-iemah, aatie moeh'ammadan al-wasielata wal-fadhielata wab'ath-hoe maqaaman mah'moedan alladhie wa'adtah, [iennaka laa toekhliefoe lmiee-'aad".



    26. Tussen de oproep tot het gebed en de ieqamah moet u Allah in uzelf smeken. Smeekbeden in deze tijd worden niet geweigerd.   [6].



    [1] Al-Boekhaarie 1/152, Moesliem 1/288.
    [2] Moesliem 2/290.
    [3] Ibn Khuzaimah 1/220.
    [4] Moesliem 1/288.
    [5] Al-Boekhaarie 1/152, de toevoeging tussen haakjes is van Al-Baihaqi 1/410.
    [6] At-Tirmidhie, Aboe Daawoed, Ahmad. Zie ook Al-Albaanie, Irwaa-oe l-Ghaliel 1/262.

Geplaatst:
Afdrukken