Vier zakaen

Vier zakaen

Weet dat het verplicht voor ieder van ons is kennis te hebben over vier zaken:

  1. al-ílm (kennis) – Dit is kennis en bewustzijn van Allah soebhanahoe wa ta'ala en kennis over Zijn profeet en kennis over de religie van islaam met de bewijzen.
  2. Hiernaar handelen.
  3. Er naar uitnodigen.
  4. Geduldig volharden en iedere moeilijkheid dragen die men op die weg tegenkomt.

Deze vier zaken bevatten de gehele dien (religie) en we moeten er speciale aandacht aan schenken voor hun enorm grote nut.

  1. Kennis

Ten eerste: kennis over Allah soebhanahoe wa ta'ala (marifat oellah). Kennis hebben over en zich bewust zijn van Allah soebhanahoe wa ta'ala met het hart. Kennis en bewustzijn die maken dat de persoon alles accepteert wat Hij soebhanahoe wa ta'ala heeft neergeschreven en neergelegd voor hem. Het zorgt ervoor dat hij zich hieraan onderwerpt, en recht spreekt volgens de Shariah (islamitische wetgeving) waarmee de profeet salaa Allahu alayhi wa sallam kwam. De dienaars kennis en bewustzijn van Zijn Rabb nemen toe als hij de duidelijke tekenen beschouwd die verwijzen naar de religie; de tekenen die we vinden in het Boek van Allah soebhanahoe wa ta'ala en in de Soennah van Zijn boodschapper salaa Allahu alayhi wa sallam en ook door de tekenen te beschouwen die Allah soebhanahoe wa ta'ala ons in de schepping toont.

Als een abd dus deze tekenen overpeinst en bestudeert zal zijn iman en kennis over Zijn Schepper toenemen. De kennis over zijn Rabb, Hem alleen moeten we aanbidden. Allah soebhanahoe wa ta'ala zegt:

“En op de aarde zijn tekenen voor degenen met zeker geloof en in jullie zelf. Willen jullie dan niet nadenken, diep overpeinzen.” (Soerah ad-Dhaariyaat; 20-21)

Ten eerste moeten we weten dat Allah soebhanahoe wa ta'ala ons geschapen heeft. De bewijzen hiervoor vinden we in de teksten (Qoraan en ahadieth) en vinden we met het verstand.

In de Qoraan bijv:

“Allah, het is Hij Die jullie, o mensheid, heeft geschapen van klei vervolgens bepaalde Hij een vastgestelde levensduur, en daar is – Hij weet het alleen- een andere vastgestelde Tijd (tot de wederopstanding). Twijfelen jullie nog over de wederopstanding!” (Soerah an-An’am; 2)

“En Wij schiepen de mens (Adam) van droge klei, van zwarte modder.” (Soerah al-Hidjr: 26)

enz. enz.

Het bewijs vanuit het verstand dat Allah soebhanahoe wa ta'ala ons heeft geschapen vinden we in de Qoraan:

“Werden zij door niets geschapen of schiepen zij zichzelf?” (Soerah at-Toer: 35)

De mens schiep niet zichzelf, voordat hij leefde in dit leven bestond hij niet; en dat wat niet bestaat is niets; en dat wat niets is kan niets scheppen. Noch was het het gevoel dat z’n vader of moeder hem tot bestaan bracht. Noch kan hij zomaar zonder schepper zijn ontstaan. Alles wat tot bestaan komt of verschijnt heeft een maker nodig die het tot bestaan brengt. De aanwezigheid van alles dat bestaat in deze schepping en de verbazingwekkende nauwkeurigheid, de harmonie maakt het onmogelijk dat dit alles zomaar is ontstaan. Als iets zomaar ontstaat hoeft dit niet te betekenen dat het van oorsprong zo goed geordend is. Dit alles brengt ons tot de conclusie dat Allah soebhanahoe wa ta'ala de Schepper is en er geeandere Schepper of ander is die bevelen geeft dan Allah soebhanahoe wa ta'ala alleen.

“Zeker de Schepping en het Bevel zijn van Hem.” (Soerah al-Araf:54)

Hij is degene die ons de risq – voorziening geeft en Hij is degene Die ons niet zonder doel heeft gelaten en Hij heeft een boodschapper gezonden.

Ten tweede: Kennis over Zijn profeet salaa Allahu alayhi wa sallam. Alles wat hij salaa Allahu alayhi wa sallam bracht – de leiding en de dien van waarheid –moeten we accepteren. Hij bevestigt en getuigt over alles wat hij salaa Allahu alayhi wa sallam ons gaf; onderwerpt zich aan alle bevelen die hij gaf; vermijdt wat hij heeft verboden; spreekt recht bij de geopenbaarde wetten (Shariah) waarmee hij kwam en is totaal tevreden met zijn rechtspraak / oordeel.

Allah soebhanahoe wa ta'ala zegt:

“Maar nee, bij jouw Rabb, zij hebben geen geloof totdat zij jou rechter maken bij alle meningsverschillen tussen hen, en zij geen weerstand vinden in zichzelf tegen jouw beslissingen en ze accepteren met volle onderwerping.” (Soerah an-Nisa: 65)

“Het enige wat de ware gelovigen zeggen als zij tot de rechtspraak van de boodschapper worden geroepen bij meningverschillen is dat zij zeggen: Wij horen en wij gehoorzamen zij zijn degenen die succesvol zijn, die voor altijd in het paradijs verblijven.” (Soerah an-Noer; 51)

“Laten degenen die zich verzetten tegen het bevel van de boodschapper in een van hun aangelegenheden vrezen en oppassen dat een beproeving (ongeloof, huichelarij of ketterij) hen niet treft of een ernstige straf.” (Soerah an-Noer; 63)

Imaam Ahmed heeft gezegd: “Weet je wat de beproeving is? Dit is shirk want als iemand iets van zijn salaa Allahu alayhi wa sallam uitspraken verwerpt / ontkent dan kan er iets van ketterij in zijn hart komen en dit kan veroorzaken dat hij wordt vernietigd.”

Ten derde: kennis over de dien al-islaam.

Islaam in z’n algemene betekenis is de aanbidding van Allah soebhanahoe wa ta'ala op de wijze die Hij soebhanahoe wa ta'ala heeft beschreven voor Zijn boodschappers die Hij heeft gezonden. In vele ayaat vinden we dat voorgaande geopenbaarde wetten allemaal onderwerping aan Allah soebhanahoe wa ta'ala inhielden.

“De enige religie geaccepteerd door Allah is al-islaam.” (Soerah Ali-Imraan 19)

“En al wie zoekt om een andere religie te volgen dan al-islaam, dan Allah zal het niet van hem accepteren en in het Hiernamaals zal hij een van de verliezers zijn.” (Soerah Ali-Imraan; 85)

We moeten deze kennis hebben en ook de bewijzen kennen.

De bewijzen worden gegeven in de Qoraan en de Soennah. Bewijzen uit de Teksten die bekrachtigd zijn door openbaring (Wahi)

En bewijzen die gegeven worden door observatie en overpeinzing – bewijzen vanuit het verstand. Allah soebhanahoe wa ta'ala geeft vele van deze bewijzen in de Qoraan en er zijn vele ayaat waarin Allah soebhanahoe wa ta'ala ons zegt dat “van Zijn tekenen zijn” dit en dat en op deze wijze worden verstandelijke bewijzen door Allah soebhanahoe wa ta'ala neergeschreven.

Verstandelijke bewijzen verkrijgen we door bestudering en overpeinzing van de duidelijke tekenen waarmee hij salaa Allahu alayhi wa sallam kwam; Het grootste hiervan is het Boek van Allah soebhanahoe wa ta'ala welke ware en heilzame overleveringen van gebeurtenissen bevat en juiste regels die waarborgen dat welzijn wordt bereikt en gehandhaafd. Ook de wonderen die via zijn handen gebeurden en de kwesties van het verborgene en ongeziene waarover hij ons informeerde en die hij voorspelde en alleen via openbaring bekend konden zijn, geven bewijs.

2) Hiernaar handelen

Dit betekent: handelen overeenkomstig met dat wat deze kennis vraagt - met betrekking tot iman (waar islamitisch geloof met correct geloof van het hart, woorden van de tong en handelen van de ledematen) in Allah, vestigen van gehoorzaamheid aan Hem door te doen wat Hij heeft bevolen. En te vermijden wat Hij soebhanahoe wa ta'ala heeft verboden, door daden van aanbidding te verrichten die heilzaam zijn voor iedereen zoals: salaah, sawm en hadj, en daden van aanbidding die heilzaam zijn voor de gehele oemmah (gemeenschap), zoals het bevelen van het goede en verbieden van het slechte en djihaad op Allahs Weg enz.

Handelen is in feite de vrucht van kennis.

3) Uitnodigen tot al-islaam

Uitnodigen tot de voorgeschreven weg gevestigd door Allah soebhanahoe wa ta'ala waarmee de boodschapper kwam.

In het uitnodigen onderscheiden we vier stadia. Allah soebhanahoe wa ta'ala vermeldt in de Qoraan:

“Nodig uit tot de voorgeschreven door jouw Rabb met al-hikma (wijsheid, vastgelegd in het Boek en de soennah) en met mawitha (fijne aanmaning waarschuwing) en djedilahoem (discussieer/ debatteer) met hen op de beste wijze.” (Soerah an-Nahl:125)

En:

“En debatteer niet met de mensen van het Boek behalve met de beste woorden (uitnodigen tot Allah door middel van Zijn tekenen en door aandacht te vestigen op de bewijzen die Allah heeft gegeven) behalve voor degenen die koppig in ongeloof blijven en liever oorlog voeren.”(Soerah al-Ankaboet; 46)

Een vereiste voor deze uitnodiging is kennis over de voorgeschreven Weg te hebben. Dit uitnodigen is dus gebaseerd op kennis en duidelijk bewijs zoals Allah soebhanahoe wa ta'ala zegt:

“Zeg, deze (uitnodiging tot Tawhied) is mijn weg; Ik roep tot Allah aan op grond van een duidelijk zeker bewijs (basierah) voor mijzelf en degenen die mij volgen en Allah is vrij van alle onvolkomenheden en deelgenoten en Ik behoor niet tot de moeshrikien.” (Soerah Yoesoef; 108)

Basierah betekent een duidelijk zeker bewijs met betrekking tot dat waar hij naar uitnodigt en betekent dat degene die uitnodigt kennis heeft over de shariah en hoe men moet uitnodigen en ook dat men kennis heeft over de situatie van degenen die men uitnodigt.

Het gebied van de da’wah is groot. Uitnodigen tot Allah door lezingen te geven, les te geven; door stukken of boeken te schrijven; groepen te vormen om samen te studeren en kennis op te doen; uitnodigen tot Allah soebhanahoe wa ta'ala tijdens bijeenkomsten of samenkomsten die een heel ander doel hebben.

Als iemand bijvoorbeeld is uitgenodigd om ergens te eten en er is gelegenheid da’wah te doen moet hij die kans direct aangrijpen. Maar wel op zo’n wijze dat het niet de mensen irriteert of afschrikt. Je kan bijvoorbeeld iets naar voren brengen waardoor een discussie ontstaat en iedereen weet dat discussie en vragen en antwoorden grote invloed kunnen hebben en het begrip kunnen vergroten. Dit heeft vaak nog een groter effect dan een lezing of toespraak zonder onderbrekingen.

Het uitnodigen tot Allah soebhanahoe wa ta'ala was de plicht van de boodschappers en van degenen die hen volgden in het goede. Als iemand degene kent die hij moet aanbidden en zijn profeet salaa Allahu alayhi wa sallam kent en zijn religie en Allah soebhanahoe wa ta'ala heeft hem hiermee begunstigd en leidde hem ermee, dan moet hij strijden om zijn broeders te redden door hen uit te nodigen tot de islaam. Ook moet hij blij zijn te horen over de blijde tijdingen die de profeet salaa Allahu alayhi wa sallam aan Ali ibn Abe Talib gaf op de dag van Chaibar;

“Ga verder zonder haast totdat je hun gebied bereikt, nodig hen dan uit tot de islaam en informeer hen over de rechten van Allah die voor hen verplicht zijn; want bij Allah soebhanahoe wa ta'ala het is beter voor jou dat Allah een enkele man door jou zal leiden dan de rode kamelen.”(al-Boechaarie)

En in een andere hadieth;

“Voor al wie uitnodigt naar de leiding is een beloning gelijk de beloningen van degenen die hem volgen en dat zal niets afnemen van hun beloningen. En voor al wie uitnodigt tot misleiding zal zonde dragen zoals de zonden van degenen die hem volgen en dat zal niets afnemen van hun zonden.” (Moeslim)

En de profeet salaa Allahu alayhi wa sallam heeft ook gezegd:

“Al wie leidt tot een goede daad, ontvangt een beloning zoals degene die het doet.” (Moeslim)

4) Geduldig volharden en iedere moeilijkheid dragen die men op die weg tegenkomt

As-Sabr betekent zich onderwerpen in gehoorzaamheid aan Allah soebhanahoe wa ta'ala en zich weerhouden van ongehoorzaamheid aan Allah en van kwaad zijn over hetgeen Allah soebhanahoe wa ta'ala heeft bepaald. Men moet z’n nafs (eigen-ik) dus weerhouden van ontevredenheid, wrevel, verbittering en ergernis. Men moet juist altijd enthousiast en vol energie willen uitnodigen tot de islaam, zelfs als men wordt geconfronteerd met slechte behandeling. Het is een feit dat degenen die uitnodigen tot het goede wordgekwetst. Dit is een karakter- trek die we in de mens vinden behalve voor degenen die Allah soebhanahoe wa ta'ala heeft geleid. Allah soebhanahoe wa ta'ala zei tegen Zijn profeet salaa Allahu alayhi wa sallam.

“Profeten voor jou werden ontkend en verworpen maar zij droegen de verloochening / ontkenning, verwerping en kwaad van hun mensen totdat Onze hulp voor hen kwam.” (Soerah al-An’am; 34)

Hoe zwaarder de moeilijkheden zijn hoe dichterbij Allahs hulp is. Het is niet alleen zo dat Allah’s hulp er alleen uit bestaat dat een persoon gedurende zijn leven wordt geholpen en ziet dat zijn da’wah positieve resultaten heeft opgeleverd. Deze hulp kan ook na zijn dood komen zodat Allah de harten van de mensen dat- gene laat accepteren waartoe hij uitnodigde zodat zij het volgen en eraan vast houden. Ook dit wordt als hulp gerekend en een overwinning van Allah soebhanahoe wa ta'ala ook al is het na zijn dood. Degene die da’wah doet moet dus geduldig volharden in zijn uitnodiging en ermee doorgaan; en geduldig blijven onder alle omstandigheden. Zelfs onder de meest zware beproevingen. Ook de boodschappers trotseerden kwaad en werden gepijnigd door woorden en handelingen van de mensen.

“Zo kwam er tot degenen voor hen geen boodschapper of zij zeiden: (Hij is) een tovenaar of een bezetene.” (Soerah ad-Dhariyaat:52)

“En voor iedere profeet hebben Wij een vijand van de afgodendienaren gemaakt.”

(Soerah al-Foerqaan:31)

Maar degene die uitnodigt moet dit tegemoet treden en dragen met geduldige volharding.

“Zeker, Wij hebben deze Qoraan nedergezonden naar jou, geleidelijk.” (Soerah al-Insaan:23)

Je zou kunnen verwachten dat deze aya wordt gevolgd door een aya die een bevel geeft dankbaar te zijn voor de gunsten van jouw Rabb; maar Allah soebhanahoe wa ta'ala zegt hierna:

“En wees geduldig met dat wat jullie Rabb heeft bepaald.” (Soerah al-Insaan: 24)

Dit bevat een indicatie dat iedereen die met deze Qoraan staat zeker getroffen zal worden door dingen waardoor hij veel geduld en volharding moet hebben. Ook de profeet salaa Allahu alayhi wa sallam is hierin een voorbeeld. Bijvoorbeeld toen zijn mensen hem sloegen waardoor hij bloedde. Toen hij het bloed van zijn gezicht haalde werd hij niet kwaad, maar zei: “O Allah, vergeef mijn mensen want zij weten niet.” (al-Boechaarie)

Degene die uitnodigt moet geduld hebben en volhardend hopen op Allahs beloning.

Geduld bestaat uit drie soorten;

  1. Geduld in gehoorzaamheid aan Allah soebhanahoe wa ta'ala.
  2. Geduld in het vermijden van wat Allah soebhanahoe wa ta'ala heeft verboden.
  3. Geduld met betrekking tot de bepalingen die Allah soebhanahoe wa ta'ala zal laten gebeuren; datgene waarover de dienaren totaat geen controle hebben en ook wat betreft de kwellingen, letsel enz. en aanvallen die Allah soebhanahoe wa ta'ala brengt via de handen van sommige mensen.

Het bewijs voor deze vier niveaus (kennis, ernaar hanedelen, er naar uitnodigen en geduld) wordt gegeven in Soerah al-Asr.

“Bij de tijd. Zeker, de mens is in verlies. Behalve degenen die geloven en goede daden doen en elkaar tot de waarheid bevelen en elkaar tot geduld bevelen.”

Allah soebhanahoe wa ta'ala zweert in deze Soerah bij de tijd. De tijd waarin gebeurtenissen, goed en slecht, plaats vinden. Allah soebhanahoe wa ta'ala zweert bij de tijd dat de mens in verlies is behalve degenen die deze vier karaktertrekken hebben:

  1. Iman (waar geloof).
  2. Rechtschapen daden.
  3. Bevelen van het goede met de waarheid door Allah soebhanahoe wa ta'ala bevolen.
  4. Bevelen van elkaar met geduldige volharding.

Ibn al-Qayyim zei: “Strijden tegen zichzelf (Djihaad an-nafs) bestaat uit vier niveaus.

  1. Dat hij strijdt om de leiding en de ware religie te leren – er is geen succes noch geluk voor de nafs in dit leven of het Hiernamaals behalve door al-islaam.
  2. Dat hij strijdt om te handelen hetgeen hij heeft geleerd.
  3. Dat hij strijdt om ertoe uit te nodigen en het te leren aan degenen die geen kennis hebben.
  4. Dat hij zijn nafs er aan went geduld te hebben en te volharden in moeilijkheden en Allah alleen aan te roepen en de moeilijkheden door de mensen veroorzaakt geduldig te dragen voor Allahs zaak.

Als een persoon deze vier niveaus compleet heeft wordt hij één van de rechtgeleiden en wijze geleerden en leraren (ar-Rabbaaniyyoen).”

Allah soebhanahoe wa ta'ala zweert in deze Soerah bij de tijd dat iedereen in verlies is, ondanks zijn rijkdom, talrijke nageslacht, ondanks zijn positie en status behalve degenen die deze vier karaktereigenschappen hebben:

  1. Waar geloof, wat alles omvat dat een persoon dichter tot Allah soebhanahoe wa ta'ala brengt. Correct geloof (aqiedah) en heilzame kennis.
  2. Rechtschapen daden; iedere uitspraak of handeling die puur en oprecht alleen voor Allah soebhanahoe wa ta'ala wordt gedaan in overeenstemming met de Soennah van de profeet Mohammed salaa Allahu alayhi wa sallam.
  3. Elkaar het goede bevelen. Motiveren, sterken en aansporen tot het doen van het goede.
  4. Elkaar geduld en volharding bevelen en geduldig te volharden bij het uitdragen van hetgeen Allah soebhanahoe wa ta'ala heeft bevolen en bij het vermijden van alles wat Allah heeft verboden en geduld te hebben bij alles wat Allah bepaalt.

Wederzijds bevelen van het goede en geduldig te zijn, het goede te bevelen en het kwade te verbieden, zijn de ondersteuning van deze oemmah (gemeenschap) en hier van hangt zijn welzijn, overwinning en bereiken van eer en uitmuntendheid af:

“Jullie zijn de beste gemeenschap die uit de mensen is voortgebracht, zolang jullie tot het goede oproepen en jullie het slechte verbieden en jullie in Allah geloven.” (Soerah Ali-Imran; 110)

wa’l hamdoelillahi Rabbil ‘alamien

A. Rabe

Geplaatst:
Afdrukken