Moeraqabah = het altijd oppassen op je nafs

Moeraqabah = het altijd oppassen op je nafs

Moeraqabah betekent het altijd oppassen op je nafs, het opletten bij al je daden en je er altijd bewust van zijn dat Allah soebhanahoe wa ta'ala je ziet, je kent, weet wat je doet en laat, zelfs in het meest heimelijke, stiekeme (zonder dat iemand het weet). Je bent je er van bewust dat Allah al- Raqieb is. Dit betekent dat Hij Degene is die alles ziet, op alles let.

“En Hij is bij jullie, waar jullie ook zijn” (al-Hadied: 4)

Zoals in de bekende hadieth waarbij Djibriel bij de profeet salaa Allahu alayhi wa sallam komt en hem salaa Allahu alayhi wa sallam vraagt over al-islaam, al-imaan en ihsan. Als Djibriel aan de profeet salaa Allahu alayhi wa sallam vraagt wat ihsan betekent, antwoordt hij salaa Allahu alayhi wa sallam: “Het houdt in dat je Allah aanbidt alsof je Hem ziet en als je Hem niet ziet, besef dan dat hij jou wel ziet.” (uit hadieth Moeslim). Dit is moeraqabah, het is de weg naar ihsan – moehsin. We moeten dus goede kennis over Allah soebhanahoe wa ta'ala hebben. We moeten altijd heel goed beseffen wie Allah soebhanahoe wa ta'ala is. Hoe Almachtig, Groots en Alwetend Hij soebhanahoe wa ta'ala is. De dienaren kunnen nooit correcte schaamte hebben , als ze geen correcte moeraqabah hebben.

Moeraqabah is de deur voor kennis over Allah soebhanahoe wa ta'ala. Moeraqabah is fard, een verplichting van Allah soebhanahoe wa ta'ala. Met moeraqabah komt de dienaar hoger, zijn imaan zal toenemen en een grotere beloning wordt voor hem voorbereid. Met dit besef weet de dienaar dat niets, maar dan ook niets verborgen is voor Allah soebhanahoe wa ta'ala.

“Op de dag wanneer iedere persoon geconfronteerd zal worden met al het goede dat hij heeft gedaan en al het slechte dat hij heeft gedaan, zal hij wensen dat er een grotere afstand tussen hem en zijn slechtheden was. En Allah waarschuwt jullie voor Hemzelf (Zijn straf) en Allah is vol vriendelijkheid voor de dienaren.” (al-Imran:30).

“En het Boek (waarin alles staat geschreven) zal geplaatst worden (in de rechterhand van de gelovige en in de linkerhand voor de ongelovige) en je zal de moedjrimoen (ongelovigen, zondaren) zien vol angst over hetgeen daarin is opgeschreven. Zij zullen zeggen: “’Wee ons! Wat voor Boek is dat, dat geen klein ding, noch een groot ding laat, maar het heeft opgeschreven in aantallen!”En zij zullen alles vinden wat zij deden, voor hen neergeplaatst en jouw Rabb behandelt niemand onrechtvaardig”(al-Kahf:49).

Moeraqabah is een fundament van gehoorzaamheid aan Allah soebhanahoe wa ta'ala. Het is een bevel van Allah soebhanahoe wa ta'ala. Het betekent dat men dan alles met ichlas voor Allah alleen doet.

Een persoon kan nooit tot de moechlisien (degenen met ichlas, dus die alles alleen voor Allah doen met een zuivere intentie) en de sidiqien (oprechten) behoren, noch oprecht angst voor en hoop hebben in Allah soebhanahoe wa ta'ala, zonder een juist begrip en juist toepassen van moeraqabah.

Moeraqabah bestaat uit vier delen:

  1. Het kennen van Allah soebhanahoe wa ta'ala.
  2. Iemand kent Allah soebhanahoe wa ta'ala in het openbare en het verborgene, beseft Allah’s nabijheid als hij alleen is en als hij gezien wordt door anderen.

  3. Het kennen van Iblies.
  4. Weten dat Iblies onze vijand is, dus moeten we altijd gewapend zijn tegen hem.

  5. Het kennen van de eigen nafs (de eigen-ik).
  6. We moeten beseffen dat we zwak zijn, dat we afhankelijk zijn en we Allah soebhanahoe wa ta'ala nodig hebben, en dat we nooit weg kunnen rennen van hetgeen Allah voor ons bepaald heeft.

  7. Het kennen van de werken die we moeten doen voor Allah soebhanahoe wa ta'ala

Een geleerde (al-Baghie) heeft gezegd: “Als iemand 200 jaar oud zal zijn en deze vier zaken niet weet, zal hij zichzelf nooit kunnen redden van het vuur. Ten eerste moet hij Allah kennen in het openbaar en in het verborgene. Ten tweede weet hij dat zijn nafs zwak is en dat hij nooit tegen iets in kan gaan of iets veranderen kan van hetgeen Allah soebhanahoe wa ta'ala heeft bepaald. Ten derde kent hij de bevelen en verboden en weet dat Allah soebhanahoe wa ta'ala alleen die daden zal accepteren die zijn gedaan met ichlas en op de correcte manier. En de tekenen van ichlas zijn dat hij nooit iets zal doen voor iets of iemand uit de schepping. Ten vierde kent hij Iblies, beseft hij vijandschap van Iblies en ook als hij alleen is en Iblies hem beinvloedt, keert hij altijd terug naar Allah soebhanahoe wa ta'ala.”

  1. Het kennen van Allah soebhanahoe wa ta'ala.
    1. Je probeert altijd dicht bij Allah te komen. Je weet zeker dat Allah soebhanahoe wa ta'ala je nader is dan je halsslagader; kortom alles van jou weet.

      “En zeker Wij hebben de mens geschapen en Wij weten wat zijn nafs hem influistert. Wij zijn hem nader dan zijn halsslagader (door onze kennis)” (Soerah Qaf:16).

      We weten dat Allah soebhanahoe wa ta'ala boven ons staat. Allah is de Almachtige, heeft alles in Zijn soebhanahoe wa ta'ala Handen, Allah kan alles. Hij soebhanahoe wa ta'alais al-Raqieb (Degene die alles ziet), Hij soebhanahoe wa ta'alais al-Hafied (de Beschermer). Hij soebhanahoe wa ta'alageeft ons alles: ons onderhoud, leven en dood, blijdschap en droefenis, fijne gebeurtenissen en moeilijkheden.

      Er kwam een man naar Ibrahim ibn Athab en zei tegen hem: “O aboe Ishaaq, ik heb veel slechte dingen gedaan en ik wil graag iets van jou leren zodat ik mijzelf kan verbeteren, waar ik beter van zal worden”.

      Ibrahim zei: “Ik zal je vijf dingen leren en als jij deze vijf dingen zal doen, zal je nooit slecht doen en zal je je bij het doen van goede daden, heel tevreden voelen.”

      De man zei: “’Zeg het mij”.

      Ibrahim zei: “Als je slecht wil doen voor Allah, eet dan niet van Zijn risq (voorziening)”.

      De man zei: “Waar kan ik dan nog eten? Alles wat op de aarde is, is de risq van Allah.”

      Ibrahim zei: “Is het dan goed wat je doet, dat je van Zijn risq eet terwijl je slecht doet?”

      De man zei :”Nee.”

      Ibrahim zei: “Ten tweede, als je slechte daden wil doen ga dan niet in Allah’s landen wonen.”

      De man zei: “Dit is erger dan het eerste, want het Oosten en het Westen en alles daartussenin is van Allah soebhanahoe wa ta'ala.”

      Ibrahim zei:”Is het dan goed dat jij van Zijn risq eet en in Zijn landen woont en slechte daden doet?”

      De man zei:”Nee. En geef mij de derde”.

      Ibrahim: “Als je iets wilt doen wat verboden is door Allah soebhanahoe wa ta'ala, ga dan naar een plek waar Hij soebhanahoe wa ta'ala je niet kan zien.”

      De man: “Hoe kan dit? Allh soebhanahoe wa ta'ala kent alles wat in de hemelen is en wat opde aarde is en wat zich onder de grond bevindt. Allah soebhanahoe wa ta'ala weet alles en ziet alles.”

      Ibrahim: “Is het dan goed dat je slecht doet en Hij jou ziet?”

      De man zei weer: “Nee. Geef mij de vierde.”

      Ibrahim: “Als al-maalik al mawt (de engel van de dood) je komt halen, zeg dan tegen hem dat hij je uitstel moet geven om nog berouw te tonen en je goed kan doen op Allah’s weg.

      De man: “Dat zal hj nooit accepteren.”

      Ibrahim: “Als je de dood dus niet kunt weghouden van je nafs en je geen kans tot uitstel hebt, hoe kan je jezelf dan redden? Waar kan je naartoe vluchten uit deze situatie?”

      De man:”Geef mij de vijfde.”

      Ibrahim: “Als de Zabaniyya (engelen) komen op Youm al Qiyamah om je te halen om je naar Djehannam te brengen, zeg dan dat je niet met hen meegaat.”

      De man:”Dat zullen ze nooit accepteren.”

      Ibrahim:”Hoe kan je jezelf redden?”

      De man zei: “Genoeg, genoeg! Ik heb berouw en vraag vergeving aan Allah soebhanahoe wa ta'ala.” En de man ging weg.

    2. Weten dat Allah soebhanahoe wa ta'ala Eén is (la sharieka la). Allah soebhanahoe wa ta'alais de Enige Bezitter en Beheerser van het heelal. Allah soebhanahoe wa ta'ala heeft ons de belofte gegeven voor rechtvaardigheid in beloning in het goede en in het slechte. Alles wat Hij soebhanahoe wa ta'ala zegt zal gebeuren. Niemand is gelijk aan Hem. Iedere dag geeft Hij soebhanahoe wa ta'alaons iets anders.

      “Al wie in de hemelen is en op de aarde is, vraagt aan Hem (heeft Hem nodig). Iedere dag brengt hij een zaak naar voren (zoals aan iemand eer geven, een ander vernedering, het leven aan sommigen, de dood aan anderen, blijdschap, verdriet, enzovoort).” (ar-Rahman:29)

      Overgeleverd door Abu Darda radie Allahu anhoe dat de boodschapper van Allah soebhanahoe wa ta'ala heeft gezegd: “Koelle yawm sha’n.” Dit betekent: ‘Iedere dag is anders; vergeving van zonden, moeilijkheden worden verlicht. Eén groep zal omhoog worden gebracht en een andere naar beneden.” (hadieth sahih Ibn Maadjah).

      Je weet dus dat Allah soebhanahoe wa ta'ala iedere dag iets anders voor ons brengt; van het ene ogenblik op het andere kan je leven compleet anders zijn, of afgelopen zijn. Niemand weet wat hem te wachten staat en wanneer hij zal sterven. Als je dit dus weet, moet je het met je gehele lichaam beseffen en voelen in ieder deel van je lichaam, tot in het kleinste haartje op je lichaam. Dit bewustzijn sterkt je in je werken voor Allah. Allah staat boven alles, weet alles en heeft alles op de beste manier geschapen.

      “O mensheid! Wat heeft jouw onachtzaam gemaakt ojouw Rabb, de Meest Vriendelijke? Hij, Die jou geschapen he, perfect gevormd heeft en je de juiste verhoudingen heeft gegeven;” (al-Infitar: 6-7)

      “Zeker, Wij schiepen de mens in de beste vorm (gestalte)” (at-Tien:4)

      Hoe kan de mens zich dan nog trots voelen in zijn dien (religie). Allah soebhanahoe wa ta'ala is zo Groots en wij zo klein. We kunnen niets, we zijn nietig, dus laten we ons nooit groter voelen dan we zijn. We hebben Allah nodig. Als dit gevoel sterk en stabiel in je hart komt en je leeft ernaar, heeft dit als resultaat dat je de correcte kennis over Allah hebt en dan inshaAllah zal je een speciale plaats bij Allah soebhanahoe wa ta'ala krijgen.

      Het gevolg hiervan is ook dat we dan altijd op onze nafs letten. Je bent voorzichtig bij al je daden en let op je lichaam: je tong (roddelen, kwaadspreken, liegen enzovoort vermijden), je ogen, oren, voeten, handen. En als belangrijkste het hart; de goede eigenschappen in je hart vestigen en het slechte eruit halen.

      Overgeleverd door Aboe Y’ala bin Shaddad ibn Aus, dat de profeet salaa Allahu alayhi wa sallam zei: “Een wijs persoon is degene die oplet op zijn lichamelijke verlangens en passies en zichzelf controleert van hetgeen schadelijk is en strijdt voor hetgeen hem zal baten na zijn dood; en een dom persoon is degene die zichzelf overgeeft aan zijn hunkeringen en lusten en van Allah de vervulling van zijn nutteloze verlangens verwacht.” (Tirmidhi)

      Als iemand zover is dat er geen moment is dat hij geen moeraqabah heeft, is hij een moehsin (iemand met ihsan, dit is iemand die zich altijd bewust is van Allah zoals in de hadith). Dit is een hele hoge positie. Moge Allah soebhanahoe wa ta'ala ons deze plaats geven.

  2. Het kennen van Iblies.

    Allah soebhanahoe wa ta'ala beveelt ons dat wij strijden tegen Zijn vijand en onze vijand, namelijk Iblies.

    “Zeker, sjaitan is een vijand van jullie, behandel hem dus als een vijand. Hij nodigt slechts zijn volgelingen uit zodat zij de inwoners van het blazende vuur zullen zijn .” (Fatir:6)

    De conclusie is dus dat we weten dat shaitaan ons wil vernietigen. Op alle mogelijke manieren zal hij ons proberen af te laten dwalen van de Rechte Weg. Nooit wil hij gehoorzaam zijn aan Allah. Met riyaa (show), kibr (trots), onrust stoken, enzovoorts, probeert hij dit te bewerkstelligen.

    De profeet salaa Allahu alayhi wa sallam heeft gezegd: “Als Iblies ‘s morgens zijn volgelingen uit stuurt (zegt hij tegen hen): “Degene die een moeslim misleidt zal ik een kroon op z’n hoofd plaatsen”. Na terugkeer (van de volgelingen) zegt één tegen Iblies: “Ik bleef achter één (moeslim) aan gaan tot hij talaq (scheiding) uitsprak tegen zijn vrouw.” Iblies zegt :”Hij zal binnenkort weer trouwen.” Een ander zegt:”Ik bleef bij hem tot hij slecht tegen zijn ouders deed.” Iblies antwoordt:”Hij zal weer goed doen tegen hen.” Nog een ander zegt:”Ik bleef bij hem tot hij iemand vermoordde.” Iblies zegt:”Jij, jij.” Nog komt er een ander die zegt:”Ik bleef bij hem tot hij shirk (afgoderij) beging.” Iblies antwoordt:”Jij, jij” en hij gaf hem de kroon." (Sahih Ibn Maadjah)

    We worden niet met rust gelaten omdat we moeslim zijn. Iblies ligt overal op de loer. Ten eerste probeert hij ons met de grote zonden weg te halen. Lukt dit niet, dan zal het met kleine daden zijn, zoals bijvoorbeeld bida’(iets toevoegen aan de islaam). Dit is nog gevaarlijker dan zonden plegen, omdat de moeslim die bida’doet, denkt dat hij iets goeds doet, terwijl diegene die een zonde pleegt weet dat hij fout bezig is.

    Iblies wil niet alleen maar dat je slecht doet, hij wil ook dat je met hem naar djehennem gaat. Als je dit weet, moet je tegen hem vechten, opletten op het innerlijk en het uiterlijk, alert blijven en niet verslappen, niet lui worden. Djihaad moet je tegen hem doen als hij uitnodigt tot het slechte en het goede. De enige hulp hiertegen is te vluchten naar Allah soebhanahoe wa ta'ala.

    Er zijn zovele wegen via welke shaitaan naar de mensen komt. Een geleerde heeft gezegd dat shaitaan via tien verschillende deuren naar de mensen komt.

    • Ten eerste via hebzucht en wantrouwen. Hiertegen heb ik gevochten door tevreden te zijn met wat ik heb. Daarmee kon ik me sterker maken en via de volgende aya in de Qoraan:
    • “En geen levend schepsel is er op de aarde dan dat zijn voorziening van Allah komt” (Hoed:6).

    • Ten tweede via de hoop op een heel lang leven, zodat je denkt nog veel tijd te hebben om te veranderen, berouw te hebben en dus stel je het werken voor al-achira uit. Hiertegen vocht ik door angst te hebben voor al-maalik almawt (de engel van de dood).
    • “Zeker Allah! Met Hem alleen is de kennis van het Uur, Hij zendt de regen neder en weet dat wat in de baarmoeders is. Geen persoon weet wat hij morgen zal verdienen en geen persoon weet in welk land hij zal sterven. Zeker Allah is de Al-Wetende, Al-Chebier (weet alles).” (Loeqman:34)

    • Ten derde via luiheid en hebberigheid. Hiertegen wapen ik mij door bang te zijn voor het lui zijn en altijd hard te werken.
    • “ Laat hen eten en plezier maken en laat hen geheel in beslag worden genomen door valse hoop. Zij zullen het weten!” (Al-Hidjr:3).

    • Ten vierde via trots; denken dat je trots kunt zijn. Ik vecht hiertegen door angst te hebben voor het naderende einde en nederig te zijn.
    • “Op de dag wanneer die komt zal geen persoon spreken behalve met Zijn toestemming. Sommige van hen zullen ongelukkig zijn en anderen gezegend” (Hoed:105).

      Ik houd altijd in gedachten dat ik niet weet tot welke groep ik zal behoren. Want als je dit beseft dan zul je nooit trots zijn voor welke werken je in de doenja (aardse leven) ook doet.

    • Ten vijfde via de deur van neerkijken op je broeders en zusters. Ik strijd ertegen door mezelf te leren dat zij zoveel rechten op mij hebben en dat het haraam is om slecht tegen mijn moeslimbroeders en -zusters te doen.
    • “En wanneer er tegen hen wordt gezegd: ‘Kom, zodat de boodschapper van Allah vergeving van Allah voor jullie zal vragen’, draaien zij hun hoofden af en je zal zien dat zij hun gezichten met trots afwenden” (al-Moenafiqoen:5).

    • Ten zesde via hassad (afgunst). Ik heb gestreden door mezelf te leren dat de verdeling van de risq (voorziening) alleen in handen van Allah soebhanahoe wa ta'ala is. Hij soebhanahoe wa ta'ala geeft en neemt en alles is Zijn uiteindelijke bezit.
    • “Zijn zij het die de Genade van jouw Rabb uitdelen? Wij zijn het die tussen hen hun onderhoud in deze wereld verdelen en Wij verhogen sommige van hen boven anderen in rang, zodat sommigen anderen kunnen laten werken. Maar de Genade (Paradijs) van jouw Rabb is beter dan de (rijkdom van deze wereld) welke zij vergaren” (al-Zoechrof:32).

    • Ten zevende via de deur van riya (show), iets doen om alleen maar aan de mensen te laten zien. Ik heb ertegen gevochten door ihlaq (goed gedrag).
    • “Zeg: Ik ben slechts een mens zoals jullie. Het is mij geinspreerd dat jullie god één ilah is (Allah). Wie dus hoopt op de ontmoeting met zijn Rabb laat hem rechtschapen daden doen en geen deelgenoten nemen in aanbidding van zijn Rabb” (al-Kahf:110).

    • Ten achtste via gierigheid. Ik heb gestreden door altijd vast te houden aan wat de islaam leert: dat alles wat in de doenja in onze handen komt, maar tijdelijk is en alleen wat bij Allah is, is blijvend, eeuwig.
    • “Al wat met jullie is, zal opraken en al wat met Allah (goede daden) is zal blijven. En degenen die geduldig zijn zullen Wij zeker een beloning in verhouding naar het beste wat zij hebben gedaan betalen” (an-Nahl:96).

    • Ten negende via Kibr (trots). Ik heb dit bestreden door nederig te zijn. Niemand is meer dan een ander door kleur, ras, afkomst, sexe, enzovoort.
    • “O mensheid; Wij hebben jullie geschapen van een man en een vrouw en jullie in volken en stammen gemaakt, zodat jullie elkaar leren kennen. De beste van jullie is degene met taqwa (vrees voor Allah) (al Hoedjoeraat:13).

    • Ten tiende via hebberigheid, het niet willen delen en alles van de mensen willen hebben. Ik heb gestreden door nooit iets van anderen te verwachten.

    “En Hij zal hen voorzien vanuit (bronnen) die hij zich nooit had voorgesteld. En al wie vertrouwt op Allah, zal Hij voorzien. Allah zal zijn doel volbrengen. Zeker, Allah heeft voor alles een maat bepaald” (Talaq:3).

    Pas dus op dat je niet in de vele valstrikken van shaitaan valt!!!

  3. Het kennen van de nafs

    • De nafs beveelt je het slechte.Houdt de nafs in bedwang door te beseffen dat de nafs gevaarlijker kan zijn voor je, dan Iblies!
    • “Zeker, de nafs neigt naar het slechte,behalve wanneer mijn Rabb zijn genade schenkt” (Yoesoef:53).

      De ware gelovige vecht altijd tegen de zwakte van zijn nafs en voedt de nafs op.

    • Shaitaan probeert de nafs altijd te verzwakken en gebruikt de nafs als middel. De metgezellen waren zich hier altijd van bewust:
    • “Een man huilde. Zijn vrouw zei tegen hem: “Als jij iemand hebt vermoord en naar zijn familie toe zou gaan en zo hard zou huilen, zouden zij jou vergeven”. Hij antwoordde: Ik heb mijzelf vermoord.”

      (wie kan mij vergeven, wie kan mij helpen tegenover Allah)

      Als je je nafs volgt, je eigen wil volgt, zal je verliezen. Wees niet blij met alles wat zij jou laat zien, wat zij mooier laat lijken. Je moet dieper kijken en weten wat ermee bedoelt wordt. Wees niet oppervlakkig en ga niet af op het eerste het beste wat mooi lijkt. De nafs is gauw in verleiding te brengen.

    • Pas op! De nafs laat je in de steek als je goed zou moeten handelen. Bijvoorbeeld bij de djihaad, of het uitgeven van geld. De nafs zegt dan: “doe maar niet, is het echt nodig? Ik kan beter sparen; Heeft diegene het geld echt wel nodig?” En zo gaat de nafs door, tot je niets meer uitgeeft. Ook bij de dood kan de nafs je in de steek laten. Er zijn zoveel mensen waartegen wordt gezegd op hun sterfbed: “zeg de getuigenis!” Maar de stervende zegt enkel “Ah, ah” of hij blijft alleen maar onzinnige dingen zeggen of hij zegt de loze woorden “Ik zal nooit meer het goede krijgen, want ik heb zoveel slecht gedaan”en hij sterft zonder de getuigenis te zeggen.
    • Ibn Qayyim heeft gezegd: “Iemand vertelde mij dat toen een bedelaar stierf deze zei: “ Een cent voor Allah!”, en een zakenman zei op zijn sterfbed : “Deze stof is goedkoper”.

      Wat we niet kunnen zien ten tijde van het sterven is veel. De angst voor de dood moeten we hebben en er voor werken dat we ook een goed einde zullen hebben.

    • Pas op de nafs wat betreft de gehoorzaamheid en ongehoorzaamheid aan Allah. Als je iets wilt doen, heb dan geen haast. Vraag na aan degenen die kennis hebben en jou de juiste weg kunnen wijzen; die weten welke ziekte je nafs heeft en welke medicijn je moet gebruiken.
    • Pas op dat je nafs geen kapsones heeft over goede daden; dat je nafs zich zo goed voelt over de daden die je doet, dat je bijvoorbeeld denkt:”Wat doe ik veel salaah, wat vast ik vaak, wat werk ik hard!”

    Als conclusie kan je zeggen:

    Bij alles wat je doet moet je kijken of je het echt alleen voor Allah soebhanahoe wa ta'ala doet of om andere redenen. Als je zo goed oplet, verdien je goede, moreel correcte werken en stabiele werken en meer geduld. Dan kom je bij degenen die bij alles wat zij doen alleen maar voor de Weg van Allah soebhanahoe wa ta'ala werken.

    Dit niveau bereik je alleen als je correct doorzet en met goede intenties tegen de wil van je nafs in gaat.

    Het eerste dat je kan doen in de opvoeding tegen de nafs is geen haraam te nuttigen. Als iemand zijn buik in bedwang heeft, heeft hij zijn lichaam in beheersing en ook zijn hart en dan wordt alles makkelijker te beheersen en leidt het de nafs naar Allah soebhanahoe wa ta'ala.

    Bishr al Hafia heeft gezegt: “Twee zaken die het hart hard maken zijn veel eten en veel praten”.

    Iemand kwam binnen bij de geleerde Hassan al-Basrie en zag hem brood met vlees eten. Hassan nodigde hen uit om te eten. De man antwoordde dat hij had gegeten tot hij niet meer kon eten. Hassan zei: “Hoe kan een moeslim eten tot hij niet meer kan eten”.

    Loeqman zei tegen zijn zoon:”Eet jezelf niet overvol (vol over vol). Als je dat deel aan een hond geeft is dit beter dan jezelf zo vol te eten”. “Niet zwakker worden dan de haan” (door veel eten niet meer kunnen opstaan voor het fadjr gebed).

    Als je je buik niet in bedwang houdt en jezelf vol eet, keer op keer, zonder beheersing, wordt alles moeilijk voor je. Je lichaamsdelen zullen niet meer met je samenwerken, je hart verdwaalt en je zult jezelf nooit bekritiseren.

    Als je met je nafs de weg wilt volgen van goede werken, neem dan Allah als beschermer en neem dan alleen wat nodig is als voedsel. Maak je voedsel veilig van haraam. Een hadith zegt:

    “Het beste gedeelte van voedsel voor de zoon van Adam is een paar happen, zodat hij stabiel blijft staan. Als hij meer wil, laat hem dan 1/3 voor eten, 1/3 voor drinken en 1/3 voor adem halen”.

    Habdi heeft gezegd:” Deze hadith is een fundament van alle medicijnen”.Een arts heeft hierover gezegd: “Als de mensen deze woorden hebben gebruikt, zullen zij zichzelf veilig stellen van iedere ziekte en moeheid. Er zijn geen dokters of apothekers nodig”.

    Ten tweede: bescherm je tong en alle lichaamsdelen tegen alles behalve tegen hetgeen nodig is om te zeggen.

    Praat alleen als het nodig is en gebruik goede woorden.

    Als je dus alles goed wilt hebben, moet je geen grootspraak of kapsones hebben. Je bent dan nederig voor Allah.

    “Als iemand nederig is voor Allah, zal Allah hem hoger brengen” (hadieth Moeslim) Met hoger wordt bedoeld, hoger in de doenja (aardse wereld), omdat Allah hen hoger laat zijn bij de mensen, en in al-achira (het Hiernamaals), wanneer men een beloning bij Allah in ad-Djennah krijgt.

    De profeet was de imaam van de nederigen. Aisha radie Allahu anhaa heeft gezegd:”Jullie zijn je niet bewust van de beste aanbidding aan Allah, namelijk nederigheid”.

    Foedil ibn Ayyad heeft tegen Soefyan ibn Oejaijnd gezegd:”We waren in de moskee en als je denkt dat iemand hier minder is dan jij ben je verkeerd bezig”.

    We moeten onze nafs altijd bekritiseren en bestraffen. Ga tegen haar in als zij tot het slechte leidt. De nafs is slechter dan wat jijzelf denkt over haar. Wees je daarvan bewust. De nafs is de schatkist van Iblies waar hij lekker kan slapen en een goede vriend aan haar heeft. Ga ervan uit dat:

    1. Als de nafs angst heeft, is het veilig;
    2. Als de nafs zegt dat iets waar is, weet dat het een leugen;
    3. Als de nafs zegt dat iets ichlas is, weet dat het riyaa is.

    Omar ibn Chattab heeft gezegd: “Bekritiseer jullie zelf voordat jullie de afrekening krijgen. Weeg jullie zelf voor jullie gewogen worden. Het is makkelijk voor jullie om jezelf nu te bekritiseren dan morgen”.

  4. Het kennen van de werken met ichlas

    Allah soebhanahoe wa ta'ala beveelt en verbiedt bepaalde zaken. Wat Hij jou beveelt is gehoorzaamheid en Hij verbiedt de slechte zaken. Allah verplicht dat we beiden met ichlas doen, dus alleen voor Allah soebhanahoe wa ta'ala. Ook de slechte zaken, zoals alcohol drinken en roken, moeten we laten voor Allah en niet omdat de dokter het zegt. Men moet zich richten naar de goede weg: de leiding van de Qoraan en de Soennah.

    Degene die uiterlijke slechtheden verlaat moet niet de innerlijke slechtheden vergeten. Allah vergeeft degenen die beide slechtheden verlaat:

    “Verlaat zonden, open en verborgen. Zeker, degenen die zonden plegen zullen hun beloning/ vergelding krijgen voor hetgeen zij deden” (al-An’an:120).

    Kijk uit voor de slechte intentie. Niet zo hard werken voor uiterlijke ibadah en daarbij een nia (intentie hebben die niet correct is.

    Als je dichter bij Allah wilt komen, gehoorzaam Allah en verlaat de slechte zaken, de zonden. Als je intentie niet correct is en je uiterlijk goed bezig bent, zal hetgeen je hebt gedaan als zonden worden beschreven (zoals de huichelaars). De straf komt nu en in al-achira. Je maakt je uiterlijk mooier en je krijgt er niets goeds voor terug. Je moet je innerlijk nooit vergeten, want dit is het belangrijkste; de nia van je hart. Als je dit vergeet, word je als iemand die alleen maar een show van al zijn aanbidding maakt.

    Pas op dat Iblies je niet overwint, of vangt in zijn netten, zodat je werken worden vernietigd. Shaitaan maakt mooie, smakelijke wegen. Als iemand geen kennis heeft, denkt hij dat iets heel goed is, maar het brengt slechts het slechte, of dwaling en vernietiging. Hij doet zoveel op de weg van Allah,…denkt hij, en hij is tevreden met zichzelf, maar het enige is dat hij zichzelf vernietingt.

    Voordat je het werk gaat uitvoeren stel je jezelf twee vragen:

    1. Voor wie doe ik dit werk? Alleen voor Allah of voor iemand anders?
    2. Hoe doe ik dit werk? Zijn het correcte werken?

    Tijdens het uitvoeren moet je blijven opletten dat je niet afdwaalt van deze twee zaken. Kijk na het werk je het goed hebt beindigd en of je er iets voor al-achira mee hebt verdiend.

    “O, julllie die geloven! Vreest Allah en houdt je werk voor Hem. En laat iedere persoon kijken whij vooruit heeft gezonden en vreest Allah. Zeker, Allah weet alles wat jullie doen” (al-Hasjr:18).

    Pas op voor het hard worden van het hart. Pas op van terugnemen als iets gegeven is. Herinner dat Allah je ziet. Herinner je het Uur van de dood. Denk na over de straffen van de Nar (het Vuur). Keer terug naar Allah. Vergelijk de straffen en de beloningen. Werk snel in de doenja. Schaam je alleen voor Allah. Wanhoop nooit aan de rahma (Genade) van Allah soebhanahoe wa ta'ala. Herinner je de straf van de qabr (graf). Blijf altijd hulp vragen aan Allah. Herinner dat Allah alle zonden vergeeft. Herinner je de Dag der Opstanding. Herinner je de Afrekening. Vlucht met berouw naar Allah soebhanahoe wa ta'ala.

    “En wees niet als degenen die Allah vergeten en Hij liet hen zichzelf vergeten. Dat zijn de fasiqoen (ongehoorzamen). Niet gelijk zijn de inwoners van het Vuur en de inwoners van ad-Djennah. Het zijn de inwoners van ad-Djennah die succesvol zullen zijn”. (al-Hasjr:19-20)

Wa’l hamdoellilah Rabbil ‘alamien

A. Rabe

Geplaatst:
Afdrukken